Reactie van Mark Akkerman van Stop Wapenhandel

door: Mark Akkerman van Stop Wapenhandel

5 juli 2023

In antwoord op de ingezonden brief van Johan van de Woestijne

Dat de opzet van de debatavond weinig ruimte bood voor diepgang lijkt me een terechte constatering en wreekt zich blijkbaar ook als het gaat om het onderwerp ‘wapenindustrie’. Over een ‘agenda van de wapenindustrie’ heb ik het niet gehad, en ik denk ook niet dat die industrie de drijvende factor achter deze oorlog is of zich specifiek richt op de voortgang ervan.

Westerse militaire agenda

Wat ik wel benoemd heb is een ‘westerse militaire agenda’ die je moet onderscheiden van de Oekraïense kant in de oorlog en die een drijfveer is voor de westerse opstelling en daarom als zelfstandig onderwerp in de discussie meegenomen zou moeten worden. Deze agenda kenmerkt zich door drie hoofdpunten, die je ook terug kunt vinden in strategische documenten zoals het Strategisch Kompas van de EU en de meest recente Nederlandse Defensienota (beide uit 2022), onder een laagje obligate taal over Europese en Nederlandse veiligheid in het algemeen:

  1. een snelle opvoering van militaire uitgaven (en van militarisering in bredere zin)
  2. het definitief op de knieën krijgen van Rusland
  3. het waarschuwen van China, dat op militair en economisch gebied als de belangrijkste concurrent geldt.

Versnelling van lopende processen

Dit zijn eigenlijk geen nieuwe zaken, er is vooral sprake van een sterke versnelling van al lopende processen. Volgens mij is dit een gevaarlijke en onwenselijke ontwikkeling, die er bovenal toe dient om westerse militaire en economische belangen te behartigen en de greep van het westerse kapitalisme op de rest van de wereld, met al zijn dagelijkse gevolgen van onderdrukking, uitbuiting en uitsluiting van talloze mensen en uitputting van de aarde en klimaatverandering, te verstevigen. Daarbij wordt inzet van militaire middelen steeds meer gepresenteerd als de geëigende weg om met allerlei mondiale vraagstukken, zoals migratie en klimaatverandering, om te gaan.

Dit leidt mij tot de conclusie, in mijn artikel ‘Oekraïne: Ja, onderhandelen, de-escaleren, én verzet tegen militarisme’ [https://stopwapenhandel.org/oekraine-onderhandelen/], dat “ook de sterke westerse afwijzing van oproepen tot onderhandelingen in de Oekraïne-oorlog een andere dimensie erbij [krijgt]. Het gaat niet alleen om het niet belonen van Russische agressie tegen Oekraïne of het voluit steunen van Oekraïne – sterker nog, juist op momenten dat de regering-Zelensky openingen leek te bieden voor het aangaan van onderhandelingen werd deze door westerse landen, met name de VS, onder druk gezet om dit niet te doen – maar om hoe het voortzetten van de oorlog in westerse strategieën past, zowel in het op de knieën krijgen van Rusland als in de eigen enorme militarisering die nu plaatsvindt. Immers, dialoog en diplomatie zouden het denken in termen van bedreigingen, oorlog en geweld maar ondermijnen.”

Oftewel, en dat is een van de redenen die de discussie zo ingewikkeld maakt, de begrijpelijke vraag van Oekraïense kant om wapens moet onderscheiden worden van de westerse leveranties hiervan en van de bredere westerse activiteiten ten aanzien van deze oorlog, want die dienen een eigen agenda.

Eigen agenda westerse regeringen met rol voor wapenindustrie

Waar die agenda als geheel dus vooral bij westerse regeringen ligt, speelt de wapenindustrie hier wel een significante rol in. Vast onderdeel van de huidige militaire strategieën, zoals het genoemde Strategische Kompas en de Nederlandse Defensienota, is het versterken van de wapenindustrie en het stimuleren van meer wapenexporten naar landen buiten Europa (dit is bijvoorbeeld een expliciete doelstelling van het Europees Defensiefonds, dat miljarden uitdeelt aan wapenbedrijven en militaire onderzoeksinstituten voor militair onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe wapens).

Dit is niet zozeer gebonden aan deze oorlog, maar krijgt hierdoor wel de wind in de zeilen en probeert daar volop op in te springen en van te profiteren. Het doel is uiteraard eenvoudig: het vergroten van omzetten en winsten van wapenbedrijven.

Dat krijgt in de eerste plaats vorm in het aandringen op verhogingen van de militaire uitgaven. Dat is wederom iets dat natuurlijk al langer gaande is, maar nu nog een extra boost krijgt. De industrie is nog niet tevreden met de sinds februari vorig jaar al aangekondigde extra verhogingen, maar wil nog meer. Zie bijvoorbeeld de uitspraken van Raymond Knops (voormalig CDA-Kamerlid) als voorzitter van de NIDV, de koepelorganisatie van de Nederlandse wapenindustrie, bij BNR in april dit jaar: https://www.bnr.nl/nieuws/financieel/10510675/ondanks-mondiale-stijging-blijven-nederlandse-defensie-uitgaven-onder-navo-norm

Wapenindustrie als ‘duurzame investering’??

Maar het gaat verder dan alleen de defensiebudgetten. Zo maakt de wapenindustrie zich ook hard om op EU-niveau als ‘duurzame investering’ gekenmerkt te worden, in lopende debatten over de zogenaamde ‘sociale taxonomie’. De Nederlandse regering gaat hier graag in mee en liet weten de financiële sector actief te gaan benaderen om meer in wapenbedrijven te gaan beleggen, en ook kernwapenbedrijven (waarvan veel pensioenfondsen, banken en verzekeraars de afgelopen jaren met moeite afscheid genomen hebben) hierbij niet uit te sluiten.

En er zijn, mede door de industrie aangejaagde, plannen om regels voor wapenexporten te versoepelen. Dit speelt zowel op EU als op Nederlands niveau, en de gevolgen zijn nu al merkbaar. Bij het verstrekken van een vergunning voor een grote wapenexport naar Egypte aan wapenbedrijf Thales, in mei dit jaar, beroept de regering zich uitdrukkelijk op de belangen van de wapenindustrie en het alvast vooruitlopen op de plannen om regelgeving te versoepelen, en schuift mede daarom overwegingen mbt ernstige mensenrechtenschendingen in Egypte terzijde (zie: https://www.bnnvara.nl/joop/artikelen/belangen-wapenindustrie-belangrijker-dan-mensenrechten-egypte).

Hoe de wapenindustrie profiteert van de Oekraïne oorlog

Voor een uitwerking van hoe de wapenindustrie in de breedte profiteert van deze oorlog, verwijs ik naar mijn bijdrage aan een Vredescafé in Gent (https://stopwapenhandel.org/hoe-de-eu-de-oekraine-oorlog-gebruikt-om-militarisering-te-versnellen/) en voor een uitgebreidere versie naar het rapport ‘Smokescreen’ van Stop Wapenhandel en het Transnational Institute: https://www.tni.org/en/publication/smoke-screen

Wapenindustrie bepaalt mede de strategische beleidsdiscussies in de EU

Bij dit alles wordt de wapenindustrie door overheden steeds meer als partner in beleidsvorming en -uitvoering gezien, dat is één van de meest zorgelijke ontwikkelingen. Dit heeft niet alleen bijgedragen aan het hierboven genoemde militariseren van andere beleidsterreinen (met name op het gebied van migratie heeft de wapenindustrie succesvol het narratief dat dit in de eerste plaats een veiligheidsprobleem is op de kaart weten te zetten), maar dringt ook door in het hart van strategische beleidsdiscussies. Zo heeft de Europese Commissie sinds 2021 een permante dialooggroep met de wapenindustrie (zie: https://stopwapenhandel.org/wapenindustrie-verkrijgt-felbegeerde-permanente-dialoog-met-europese-commissie/).

Militarisering van Europa sinds de start van de oorlog in Oekraïne Smoke Screen | Transnational Institute (tni.org)

Ook in Nederland zit de wapenindustrie aan tafel

Op Nederlands niveau werden zowel de NIDV als vijftig individuele wapenbedrijven om input gevraagd bij het opstellen van de in 2020 gepresenteerde ‘Defensievisie 2035’ (zie: https://stopwapenhandel.org/overheid-omarmt-wapenindustrie-steeds-meer/). In een Kamerbrief van november 2022 stelt de regering onomwonden: “De oorlog in Oekraïne heeft wat ons betreft duidelijk gemaakt dat Europa en dus Nederland niet zonder een robuuste defensie-industrie kan”, verwijzend naar vermeende tekorten (voor de context: de EU geeft ruim vier keer meer uit aan defensie dan Rusland, de NAVO zelfs zo’n 17 keer meer). Uit de beslisnota bij deze brief (https://www.tweedekamer.nl/downloads/document?id=2022D44865) blijkt dat deze van tevoren doorgesproken is met de wapenindustrie, dat die ‘tevreden’ is, en dat als vervolg gezamenlijk met die industrie gewerkt gaat worden aan een internationale industriepolitiek en internationaal overleg. Voorafgaand aan een EU-overleg eerder dit jaar over het opvoeren van de Europese capaciteit voor munitieproductie stelde minister Ollongren van Defensie zelfs voor de wapenindustrie maar direct aan tafel uit te nodigen.

Nawoord

Kortom: er is van mijn kant volgens mij geen sprake van ‘complotdenken’ over de rol van de wapenindustrie met betrekking tot de oorlog in Oekraïne, maar van een op feiten gebaseerde analyse over hoe de wapenindustrie over langere termijn invloed heeft op Europees en Nederlands beleid, en hoe die deze oorlog gebruikt om de eigen belangen in brede zin te behartigen. Het lijken mij aspecten die in de discussie over de oorlog ten onrechte totaal ondergesneeuwd zijn, ook in sommige antimilitaristische kringen, onder een eenzijdige roep om (steeds zwaardere) wapens en militaire steun te blijven leveren aan Oekraïne en niet te streven naar onderhandelingen, zonder acht te slaan op de te verwachten gevolgen op wereldniveau op langere termijn. De discussie is te complex, om meer redenen dan wat ik hierboven uiteen gezet heb, om die te verengen tot het idee dat solidair zijn met Oekraïne alleen vorm zou kunnen krijgen in de vorm van wapens en dat vragen stellen hierbij al gelijk staat aan het willen uitleveren van Oekraïne aan Rusland.

Mark Akkerman

(Redactie: de reactie van Mark Akkerman is hier in zijn geheel opgenomen, we hebben voor de leesbaarheid alleen tussenkoppen ingevoegd en de links opgenomen.)