Ingezonden brief n.a.v. Oekraïne avond 22 juni 2023

Johan van de Woestijne

door: Johan van de Woestijne

29 juni 2023

Beste Onkruiters,

Ik heb een weekje geaarzeld of ik een reactie zou geven op de debatavond van vorige week donderdag. Vooral ook omdat ik veel respect heb voor jullie initiatief: het publieke debat voeren over hoe een uitweg gevonden kan worden uit een vreselijke oorlog. Natuurlijk heb ik op de avond zelf de kans gehad om een inbreng te hebben. Maar het was nogal dringen: vijf thema’s die op zich een hele avond konden vullen in een krappe twee uur. Dat moest wel ten koste gaan van de diepgang. Statements in plaats van reflectie. Daarom nu toch maar een reactie, dat verdient jullie initiatief.

Meteen aan het begin van de avond werd ik terug geslingerd in de tijd: de Oekraïense vrouwen die spreektijd eisten om de Oekraïense stem te laten horen. Hoe was het mogelijk dat in een discussie over de oorlog in Oekraïne geen Oekraïners als spreker waren uitgenodigd? Ik was terug in de tijd van de Dodewaard-gaat-dicht-discussies, waar vrouwen op even dwingende manier aandacht eisten voor het vrouwelijk perspectief in de AKB-strijd. Ik had wel even met Willem de Haan te doen.

De stelling waar Johan het hieronder over heeft

Meer problemen had ik met de veelheid van thema’s en de daarmee samenhangende stellingen. Net voor ik zelf een opmerking wilde maken over de geclaimde Westerse waarden als vrijheid en onafhankelijkheid, wees iemand voor mij erop dat het een valse toe-eigening was. Daarop volgde weliswaar applaus, maar geen verder doordenking wat dat voor consequenties had. En precies dat had kunnen leiden tot een ontsnapping uit de beperkte ‘het Westen tegen Rusland’ benadering, die de hele avond bleef hangen.

De rol van de media

Ook de discussie over of we door de media wel een goed beeld voorgeschoteld krijgen, werd via een wel heel beperkt perspectief benaderd: of je als journalist van De Gelderlander wel mag schrijven wat je wilt. Alsof dat de voorwaarde is voor een adequate berichtgeving! God verhoede dat elke journalist mag schrijven wat hij/zij vindt. Het verraadt een nogal activistische opvatting over wat goede journalistiek is: meningen in plaats van feiten. Zelf denk ik dat ik goed geïnformeerd ben. Ik ben actief op zoek naar berichten, volg binnenlandse en buitenlandse bronnen, zie hoe expliciet bij berichtgeving vermeld wordt of gebeurtenissen geverifieerd zijn, lees kritische berichten over Oekraïense acties en lees over de verschillende posities van verschillende landen in en buiten Europa in het conflict en mogelijke beweegredenen daarvoor. Ongetwijfeld zitten er lacunes in de berichtgeving, al was het alleen maar dat media een zeer beperkte toegang hebben tot Rusland. Maar de vraag is of opheffing van die lacunes zou leiden tot een fundamenteel andere kijk op de oorlog. Natuurlijk zijn de Westerse media tegelijk onderdeel en vormgever van het dominante liberale denken. En dus niet neutraal. Maar dat ben ik ook niet en wil ik ook niet zijn. Als de vraag dus is of we wel goed geïnformeerd worden door de Westerse media, dan volgt direct de vraag welke informatie denken we dan te missen? En zouden we dan anders denken?

‘Agenda van de wapenhandel’ complotdenken

De deskundige op het gebied van de wapenhandel droeg ook niet bij aan meer inzicht. Hij formuleerde de ‘agenda van de wapenhandel’ als gegeven, zonder ook maar een begin van uitleg wat die dan zou behelzen. Natuurlijk spint de wapenhandel garen bij de oorlog. Daarover wordt ook over bericht, met de beursberichten als goede graadmeter. En natuurlijk zal de lobby van de wapenhandel overuren draaien. Winsten dankzij een tienduizenden levens kostende oorlog. Hoe cynisch ook, maar ‘een agenda’ suggereert een programma, een route. Een route in het conflict die natuurlijk niet moet leiden tot beëindiging, maar juist bestendiging van het conflict. En omdat de politiek daarover gaat, veronderstelt ‘de agenda van de wapenhandel’ een route die de wapenhandel wil opdringen aan de politiek. Die stelling vergt onderbouwing. En kan die niet worden gegeven, dan is het idee van ‘de agenda van de wapenhandel’ een vorm van complotdenken die we zo bij andere bekritiseren.

Toen tot slot de mogelijke rol van de internationale gemeenschap en met name de Verenigde Naties ter sprake kwam wreekte zich de krappe tijd. Met de constatering van Verbeek dat de Rusland een veto had in de Veiligheidsraad, was de kous af. Zo simpel was het. Maar zo simpel is het dus niet! Belangrijke landen nemen om verschillende redenen een andere positie in: de Westerse orde wordt ook in de algemene vergadering van de VN uitgedaagd, deels om historisch legitieme redenen. Niet alleen het gebrek aan tijd wreekte zich, maar nu bleek ook dat eerdere thema’s en stellingen het zicht benamen op de complexiteit van een route uit het conflict. Door eerder vrijheid en onafhankelijkheid als Westerse waarden te claimen, werd de internationale gemeenschap buiten gesloten. Evenzeer door de rol van de media te belichten vanuit het perspectief van een journalist bij een regionale krant.

Ik schrijf dit omdat ik uit ervaring weet hoe moeilijk het is om het publieke debat te voeren over zulke even dringende als complexe onderwerpen. Het voeren van het gesprek op zich kan al een belangrijke stap zijn. Van persoon tot persoon ongerustheid en betrokkenheid tonen kan voor sommigen een broodnodige ontlading betekenen. Misschien wel eerst nodig voordat een meer analytische kijk mogelijk is. Maar als die stap wel de ambitie is, dan is enige beperking in thematiek gewenst. En natuurlijk een goede geluidsinstallatie, maar dat geheel terzijde.

Nogmaals bedankt voor het initiatief. In dat opzicht doen jullie meer recht aan je idealen van toen dan ik van mezelf kan zeggen.

Vriendelijke groet,

Johan van de Woestijne

(Redactie: de ingezonden brief van Johan is hier in zijn geheel opgenomen, we hebben voor de leesbaarheid alleen de afbeelding en tussenkoppen ingevoegd.)